7 juni 2022
door Alphons de Wit

30 Mei jongstleden was het exact 50 jaar geleden dat de Lierse Club van Bedrijven werd opgericht. Bij gelegenheid van dat jubileum organiseerde het bestuur op 31 mei een bijzondere lezing voor haar leden. Jaap van Duijn, econoom, historicus en auteur van het vuistdikke boek ‘De geschiedenis van het Westland, van Romeinse nederzetting tot tuin van Europa’, wist de leden, die in groten getale naar Theetuin de Bongaard waren gekomen, te boeien met zijn verhaal over de naamgeving van de Westlandse dorpen.

Na de koffie met gebak en het openingswoord van LCB-voorzitter Pieter Hoogerbrugge stak Van Duijn van wal. Binnen vijf minuten had hij van voorzitter Hoogerbrugge een gelukkig mens gemaakt. De preses, die zich altijd een fervent tegenstander heeft getoond van de aansluiting van De Lier bij de gemeente Westland mocht uit de mond van Van Duijn horen dat, historisch gezien, De Lier eerder bij Maasland en Schipluiden hoort dan bij Westland.

Aardig ook te weten dat Liora, het water waaraan De Lier uiteindelijk haar naam heeft te danken, slechts één keer in de geschiedenis wordt genoemd in een akte van 985. Aan die ene vermelding heeft het dorp haar naam te danken. Van Duijn liet alle Westlandse dorpen de revue passeren. Ook de naamgeving van de Westlanders passeerde de revue. Uit onderzoek blijkt dat de naam Van Kester de meest voorkomende echt Westlandse naam is. Daarnaast zijn een aantal namen vernederlandsingen van de namen van Duitsers die de armoede in hun eigen land in de loop der tijd ontvluchtten om zich in onze contreien te vestigen. Als voorbeeld de naam Grootscholten die een vernederlandsing is van het Duitse Grosz Schulte.

Aan het eind van zijn boeiende betoog haalde Van Duijn nog een paar heilige huisjes omver. Zo gaf hij aan dat pastoor Verburch, die in Poeldijk met een metershoog standbeeld wordt geëerd als grondlegger van de druiventeelt waarschijnlijk wel een druiventakje in zijn tuin zal hebben gehad maar dat hij geenszins de grondlegger van de druiventeelt is. En zo vertelde hij ook dat de zo veel geroemde innovatie binnen de tuinbouwsector niet vanuit Westlanders opwelde, maar dat mensen van buiten het Westland de veranderingen aandroegen. Zo is de bekende druivenkas van Grimbergen Japans geïnnoveerd vanuit België en zo kwam het eerste tomatenzaad uit Engeland en werd de man die de eerste tomaten probeerde te kweken rijp voor een inrichting verklaard.

Jaap van Duijn kreeg een enorm applaus van zijn gehoor en een tasje met leuke dingen van de voorzitter. Onder het genot van een hapje en een drankje was het nog lang gezellig in de Bongaard.

Klik hier om alle foto’s van deze bijeenkomst te bekijken.